Categorieën
Analyses Verkiezingen Voorpagina

Campagne zonder Grote Ideeën

De verkiezingscampagne belooft inhoudelijk een saaie te worden. De partijen zijn in bezuinigingsmodus en het debat zit dan ook boordevol negatieve argumenten: er wordt vooral veel gereageerd op elkaars slechte voorstellen. Echte visies ontbreken, en dat terwijl Nederland juist zit te wachten op die ene partij, die ene lijsttrekker die licht in de duisternis ontsteekt en een pad naar de toekomst verlicht.

Nederland zit met een rekening. Zoals door vrijwel alle overheden ter wereld is tijdens de afgelopen kredietcrisis en recessie fors geld verstookt door de regering om de economie draaiende te houden en massa-werkloosheid te voorkomen. In plaats van dat de overheid de uitgaven fors terugschaalde om gelijke tred te houden met bijvoorbeeld gedaalde inkomsten als gevolg van lagere belastinginkomsten, hield de overheid de uitgaven op peil. Bestaande sociale voorzieningen werkten daarom als ‘automatische stabilisatoren’.

Prima, maar die rekening moet de komende tijd wel worden betaald. Partijen wachtten bijna smachtend de schadeberekeningen van het Centraal Plan Bureau af, om daar hun bezuinigingen op vast te stellen. De partijen onderscheiden zich op links en rechts van elkaar door de totale bezuinigingsplaatjes waarmee men schermt. De VVD is dan het meest ‘rechts’, door te stellen dat het 30 miljard euro wil bezuinigen, de SP het meest ‘links’, door slechts 14 miljard euro aan bezuinigingen in te boeken.

Vervolgens gaan de partijen, als ware het een gezelschapsspel, elkaar beschuldigen van onverantwoordelijkheid. Links beschuldigt rechts ervan dat het de economie kapot wil bezuinigen, en rechts beschuldigt links ervan dat het de economie kapot maakt doordat men te weinig bezuinigt. De TV-debatten worden straks gevoerd door wollig pratende accountants die elkaar de maat nemen, niet door lijsttrekkers. Kan het nog saaier?

Echte visies ontbreken. Waar zijn de Grote Ideeën? Nederlanders willen graag van lijsttrekkers horen hoe zij denken dat het land er over 30 jaar uit ziet, als het aan hen zou liggen. En dan moet het wel een onsje meer zijn dan ‘een fatsoenlijk land’, of ‘een land waar we aardig tegen elkaar zijn’. Denk niet dat dit gericht is tegen alleen Cohen: alle partijen bezigen deze dooddoeners. Roemer, Halsema, Rutte, Balkenende, allemaal.

Dromen van een Paars+ (een monsterverbond tussen Groenlinks, PvdA, D66 en de VVD) is, hoewel in politieke zin licht revolutionair en bijna seksueel opwindend voor Haagse ingewijden, ook geen Groot Idee. Het gevaar van zo’n coalitie is dat de partijen uit angst voor elkaar een regeerakkoord zoveel mogelijk zullen willen dichttimmeren, om nare verrassingen voor de eigen achterban te voorkomen. In zulk uitruilgeweld sterft de uitdaging om met Grote Ideeën te komen, zoals: hoe gaat Nederland om met het komende economisch kwantitatieve geweld uit Azië?

Vermoedelijk wil iedere burger dat Nederland een land blijft waarin men fatsoenlijk met elkaar om gaat. De kwestie is hóe. Slechts roepen dat je nationale akkoorden wilt is niet genoeg. Mag dat PvdA-voorstel voor een nationaal akkoord over de democratie trouwens vervangen worden door een nationaal akkoord over onderwijs? En willen alle partijen alstublieft meedoen aan zo’n akkoord? Onderwijs is momenteel ietsjepietsje belangrijker dan de vraag of we vaker mogen stemmen.

De verkiezingscampagne dient kortom wat meer te zijn dan de som der bezuinigingen. De vraag is nu wie die handschoen oppakt. Doet niemand dat, dan dreigen niet alleen zeer saaie debatten en een gortdroge austausch van plussen en minnen tijdens de coalitieonderhandelingen, maar is de kans levensgroot dat Nederland op zijn minst 4 jaar vast staat terwijl de wereld om ons heen verandert en de kiezer kompasloos blijft ronddolen.