Categorieën
Verkiezingen Voorpagina

Het einde van D66

Het einde van D66 lijkt nabij. De partij die dit jaar precies 40 jaar geleden werd opgericht om het Nederlandse politieke en democratische bestel op te blazen teneinde plaats te maken voor een directe politiek geschoeid op Anglo-Saksische leest, loopt op haar laatste benen.

Is dat iets om blij mee te zijn? De eerste reactie van de kiezer is een schouderophalen. Terecht, want wat heeft D66 nu eigenlijk bereikt sinds haar oprichting?

  • Is het bestel opgeblazen? Antwoord: nee.
  • Wordt er nu een wezenlijk andere politiek gevoerd? Antwoord: nee.
  • Heeft de kiezer nu meer inspraak dan in 1966? Antwoord: nee.
  • Maar is de kiezer blij met het huidige systeem? Antwoord: voorzichtig nee.

Een ‘voorzichtig nee’, want uit vele peilingen die al jaren worden gehouden blijkt dat de kiezer de schouders blijft ophalen over de D66-drang tot verandering van het politieke bestel. Wellicht maakt onbekend onbemind, of is er meer aan de hand?

Vermoedelijk wel. Want als één ding duidelijk is, dan is het wel dat D66 al die jaren ‘goud’ in handen had; democratische hervormingen vormden altijd hét enige dogma van die partij. Op vrijwel alle andere vlakken leverde de partij zich uit aan de verkiezingsprogramma’s van óf de PvdA, óf de VVD. Inhoudelijk had de partij niet veel meer te bieden dan het kopiëren van andermans programma’s. Dat is dan ook de reden waarom D66 de afgelopen jaren probeerde een sociaal-economisch programma samen te stellen dat het midden hield tussen PvdA en VVD.

De afgelopen jaren was het weer eens ‘VVD-tijd’ voor D66, wat inhield dat de partij zich sociaal-economisch gezien dichter bij de VVD positioneerde dan bij de PvdA. Gek, want een jaar of 10 geleden nog zat D66 sociaal-economisch nog dichter bij de PvdA. En dat was ook gek, want in het begin van de jaren ’80 zat D66 juist…dichter bij de VVD. Verder teruggaand, in de jaren ’70, zat D66 weer dichter bij de PvdA.

Kortom: wie het eigenlijk nog weet met D66, mag het zeggen. Het probleem is: vrijwel niemand weet waar D66 nu eigenlijk nog voor staat, en zelfs D66 lijkt het niet meer te weten. Toen de ‘rechtse’ Lousewies van der Laan nog politiek leider van de partij was, stond D66 op een zetel of 4 a 5 in de peilingen. Twee weken na haar aankondiging dat ze de politiek ging verlaten, stond D66 pardoes op 2 zetels in de peilingen. Het is niet moeilijk om te snappen waar die 2 a 3 zetels sinds haar aankondiging naartoe zijn gegaan.

Tegenwoordig staat D66 onder leiding van Alexander Pechtold, een man die ondergetekende van dichtbij mee heeft mogen maken als iemand die zich bijzonder weinig gelegen leek te laten liggen aan intern partijgedoe, maar die zich – toen hij nog minister was – vooral thuis leek te voelen in zijn ministerrol. En sindsdien maakt hij een enigszins verloren indruk. Natuurlijk, hij vecht, maar het is zijn strijd niet.

Want in een electoraat dat door PvdA en CDA doelbewust gepolariseerd wordt in ‘links’ en ‘rechts’ terwijl zelfs partijen als de VVD tegenwoordig met de mond affreuze zaken als ‘de gekozen burgemeester’ belijden, heeft een inhoudsloze partij als D66 weinig tot niks te zoeken. Reken daarbij de absolute naïviteit en – excuséz les mots – politiek amateurisme dat D66 de afgelopen jaren aan de dag legde, en de uitkomst van de rekensom lijkt daar: het einde van D66 is nakend.

4 reacties op “Het einde van D66”

Ik heb straks Pechtold gezien in het reklamespotje. Daarmee wordt het inderdaad het einde van D66 of een partijtje in de kleine marge.

Deze site kan wellicht dien als vervanger voor de D66-list waar ik vrees weinig van over zal blijven. In elk geval proficiat ermee, het zie er goed uit.

Ger

Als je na 40 jaar niet hebt kunnen bewerkstelligen wat je zo graag wilde. Gekozen burgermeester en dergelijke, moet je dan niet eens een keer afvragen of je wel bestaat voor hetgeen je opgericht bent.
Andere politiek? Welke?

Reacties zijn gesloten.