Categorieën
Analyses Voorpagina

Hoe Groenlinks de verkiezingen verliest, maar de formatie kan winnen

Paars hangt in de aanloop naar de verkiezingen in de lucht, maar de kans is groot dat het een droom blijft. Zo’n formatie is vanwege twee grote problemen vrijwel onmogelijk – tenzij PvdA, VVD en D66 ook Groenlinks aan boord halen.

Het eerste grote obstakel voor een nieuw Paars is de Eerste Kamer. Daar heeft zo’n kabinet geen meerderheid. Een regering van PvdA, VVD en D66 zal in de Senaat moeten vechten voor ieder voorstel, met grote kans dat alles daar sneuvelt. De moeizame loopgravenoorlog die het kabinet-Rutte moest voeren in de Senaat is een mismoedig makend voorland. In de Eerste Kamer – 75 zetels – hebben VVD, PvdA en D66 samen precies 35 zetels, waar er 38 nodig zijn.

Het tweede, evenzo grote obstakel is de stemverdeling in het kabinet. In het eerste Paarse kabinet hadden alle drie regeringspartijen 5 ministers, ofwel vijf stemmen per partij in de ministerraad. Dit machtsmechanische wordt vaak onderschat, maar is zeer belangrijk. Als je als linkse partij met twee rechtse partijen in één kabinet zit, en het voorliggende voorstel is absoluut niet naar de zin van de twee rechtse partijen, dan ben je als linkse partij simpelweg in de minderheid en wordt je voorstel weggestemd.

In de eerste twee Paarse kabinetten deed D66 nog niet zo zijn best om rechtser dan de VVD te zijn. Dat is nu anders. Waar de partij onder Hans van Mierlo vaak aanhaakte bij de PvdA, heeft D66 onder Alexander Pechtold sociaal-economisch duidelijk een rechts profiel. Komen de drie partijen tot een nieuw Paars kabinet, dan zal de PvdA aandringen op een in beton gegoten regeerakkoord waarvan op geen enkele wijze mag worden afgeweken. Puur om te voorkomen dat het in de ministerraad alsnog tegen de muur wordt gezet door VVD en D66, zelfs als Diederik Samsom de premier is. Gevolg: een vechtkabinet, net als Balkenende-IV. Daar zit niemand op te wachten.

Enter Groenlinks.
De partij staat er belabberd voor; ze zweeft tussen de 4 en 5 zetels, waar zij nu 10 zetels in de Tweede Kamer heeft. Maar in de Eerste Kamer heeft Groenlinks net die 5 zetels die Paars een meerderheid geeft van 40 zetels.

In het kabinet zal de PvdA omwille van de stemverhoudingen graag een links maatje aan zijn zijde hebben. Voor de VVD en D66 is Groenlinks zeker acceptabel; in Amsterdam werken PvdA, VVD en Groenlinks goed samen in het stadsbestuur.

De enige moeilijkheid zit hem in de stemverdeling in het kabinet. Halveren in de Tweede Kamer en – stel – maar 5 zetels overhouden levert je niet veel ministersposten op in een regering. Daar zal een verdeelsleutel gevonden moeten worden. Mark Rutte accepteerde dat het CDA net zo veel ministers kreeg als de VVD, ondanks de halvering van het CDA bij de laatste verkiezingen. Met een beetje goede wil kan er een verdeelsleutel gevonden worden die PvdA en Groenlinks samen net zo veel ministersposten geeft als VVD en D66.

Hoe dan ook ligt de sleutel voor PaarsPlus niet in de Tweede, maar in de Eerste Kamer. Als Groenlinks het spel slim speelt, kan zij die sleutel op 13 september in handen hebben.

Noot: ik merk dat Groenlinksers op sociale media dit stuk proberen te verdraaien tot een verkapt stemadvies voor Groenlinks. Dat is het geenszins. Groenlinks heeft zichzelf op fenomenale wijze in de voet geschoten en dat niet één keer, maar meerdere keren. Lieve Groenlinks-mensjes, jullie partijleiding heeft het verknald, van hoog tot laag en van links tot rechts. Daar zullen jullie mee moeten dealen. Voorts ben ik van mening dat een kabinet van PvdA, SP, Groenlinks en D66 op dit moment de beste keuze zou zijn voor Nederland. Einde mededeling.