Categorieën
Meningen Verkiezingen Voorpagina

Ja, ik ben een scherpslijper

Erik van Bruggen, één van de oprichters van het campagnebureau ‘Booij, Klusman en Van Bruggen’ (a.k.a. BKB), noemde mij op twitter een ‘oerdegelijk ideologisch zwartwitdenker‘. Dit naar aanleiding van een discussie op twitter over politiek. Welnu, ja: ik ben een scherpslijper, maar vooral omdat ik een hekel heb aan de steeds veranderende ideologie van politieke partijen. Een korte verklaring.

Ik houd niet van politiek op basis van personen, op basis van lijsttrekkers. Ik houd ervan om, als het mij gevraagd wordt, in één keer te kunnen zeggen waar alle partijen in de Tweede Kamer grosso modo voor staan. En ik geloof dat deze helderheid ook gewaardeerd wordt door kiezers. Want wat heb je eraan als een partij maar wat gaat zweven? Of, erger nog, als de politieke kleur afhangt van wie op dat moment partijleider is? Dat levert mijns inziens alleen maar verwarring op.

Neem D66. Dat is bij uitstek het soort partij dat ik dus niet mag. Om de 10 jaar lijkt daar iemand op een schild geheven te moeten worden om een nieuwe koers voor de partij uit te zetten. D66’ers zijn daar trots op, dat gebrek aan dogma en die voorliefde voor wat zij pragmatisme noemen. Ik noem het armoede. En dat blijkt, want D66 is ook het levende bewijs van mijn stelling dat het leidt tot onduidelijkheid onder kiezers, die ervoor zorgt dat de partij net zo hard weer zetels verliest als ze eerder won.

Het maakt het ook een tikje gevaarlijk. Weinig mensen lezen nog partijprogramma’s. Daar kan je verdrietig over zijn of niet, het is een feit. Een ander feit is dat de lijsttrekker steeds bepalender is geworden voor een partij. En dus kan een partij fors aan populariteit winnen dankzij de lijsttrekker, terwijl de kiezer (eenmaal geconfronteerd met het partijprogramma, en in het bijzonder de sociaal-economische paragrafen) zich een hoedje schrikt en zich realiseert dat achter die lijsttrekker een partij schuilgaat die de desbetreffende kiezers absoluut niet bevalt.

Het vervelende is dat die kiezer daar in de regel pas na de vorming van een regering met die partij achter komt.

Een ander probleem van een zwevende partij is dat je mensen van verschillend politiek pluimage binnenhaalt. Daar kunnen sommige partijen over meepraten. In het bijzonder de Partij van de Arbeid.  Die schudde in de jaren ’90 de oude socialistische ideologische veren af en bood daarvoor eigenlijk weinig in de plaats. De partij kreeg vanaf dat moment te maken met een diffuse toestroom van nieuwe mensen. De één was een groene socialist, de ander een linkse liberaal, en weer een ander een Scandinavische sociaal-democraat. Zolang verkiezingen gewonnen worden dankzij aansprekende lijsttrekkers, is dat geen probleem.

Maar als de dan populaire politieke kleur van de lijsttrekker minder populair wordt – en dat gebeurt altijd – dient de ideologische basis van die partij wel duidelijk te zijn. Al was het maar als handig ijkpunt voor de kiezer. En de partij, want als een partij een duidelijk ideologisch profiel heeft, dan heb je dat tenminste nog te bieden. Zie daarvoor de VVD, dat al die jaren nauwelijks bewogen heeft qua kernstandpunten en ideologie. Ondanks de nodige problemen met lijsttrekkers bleef die partij opmerkelijk stabiel in peilingen.

Het Groenlinks van nu doet het goed in de peilingen, dankzij Femke Halsema. Zij spreekt aan, heeft eindelijk haar mojo gevonden. Tegelijkertijd is er wel iets gebeurd onder haar leiding: Groenlinks is nog steeds groen, maar lijkt minder ‘links’ en meer liberaal. Een soort groen D66, dus. Daar is lang niet iedereen het mee eens binnen Groenlinks. Maar zoals dat gaat: zolang het goed gaat…

Maar als Halsema straks in een depressieve bui haar ontslagbrief schrijft en definitief het vliegtuig pakt naar India, wat dan? Dan voorspel ik groot gedonder binnen Groenlinks. Dan moet dat ideologisch ijkpunt weer gevonden worden, of Groenlinks wacht hetzelfde lot als D66: een beetje van dit en een beetje van dat, het ene jaar omhoog en het andere omlaag, maar één ding is zeker: nooit een echte doorbraak.

Dus nee. Doet u mij maar een fijn, helder, overzichtelijk strijdveld zonder leiders van partijen die in vijf jaar tijd drie keer een nieuwe koers uitzetten omdat ze zelf eigenlijk niet zo houden van ideologie en dogma’s, of partijen die steeds iemand anders nodig hebben om redenen van bestaan te bedenken, of leiders die de koers van de partij verleggen omdat een rapport van Motivaction zegt dat het verstandig is voor de komende verkiezingen.

Dan liever een scherpslijper. Misschien richt ik er nog eens een partij voor op.

Één reactie op “Ja, ik ben een scherpslijper”

Reacties zijn gesloten.