Categorieën
Voorpagina

VERANDERINGEN

Het electorale speelveld is definitief aan het veranderen en de enige partij die dat initieert, en die er goed op inspeelt lijkt het CDA te zijn. Want zoals die opportunistische partij al jaren de politiek beziet – als continue strijd – vecht zij ook nu door, zij het achter de schermen en op subtiele wijze. Maar niettemin: zij vecht, en haar doel is de PvdA.

Het van oudsher bestaande beeld van de drie ‘grote’ politieke partijen is dat de PvdA de partij van de werkgelegenheid en de emancipatie, de VVD die van de criminaliteitsbestrijding en de vrije markt(werking), en het CDA vooral de partij van normen en waarden, ofwel gematigd conservatisme door het publiekelijk aanhangen van de status quo-politiek, al is ook dat slechts onderdeel van het gevecht. Het CDA hangt tijdens verkiezingen doorgaans het ‘Keine Experimente!’-adagium van Konrad Adenauer (campagne 1957) maar eenmaal in de regering drijft de partij grootse hervormingen door.

Maar het CDA is bezig aan een strategische herijking, met de PvdA duidelijk als beoogd slachtoffer. Met de huidige discussie over het versoepelen van het ontslagrecht poogt het CDA duidelijk twee vliegen in ̩̩n klap te slaan. Ten eerste probeert de partij zich te profileren als de partij van de werkgelegenheid, in plaats van de PvdA, door steeds op subtiele wijze de eventuele positieve gevolgen van een versoepeling van het ontslagrecht te belichten. Ten tweede probeert zij tegelijkertijd de PvdA publiekelijk te kastijden als de partij die coute-que-coute tegen welke aanpassing dan ook is Рen dus als de partij die t̩gen meer werkgelegenheid zou zijn.

Hierbij treedt het CDA uiterst voorzichtig op; men weet dat geen enkele CDA’er van hoog niveau de handen vies hoeft te maken. Al wat de partij hoeft te doen is het onderwerp ‘versoepeling ontslagrecht’ om de zoveel tijd agenderen en de SP – en de angst voor die partij binnen de PvdA – doet de rest. En zo trekt het CDA de PvdA steeds weer op het hakblok en laat het de SP de rest doen. Als een PvdA’er het minister van Sociale Zaken (en CDA’er) Donner dan eens publiekelijk kwalijk neemt dat hij het onderwerp agendeert, veinst hij gekwetste verbazing en herhaalt hij dat hij alleen maar de minister is die een punt uit het regeerakkoord agendeert.

De PvdA moet ernstig uitkijken dat het zich niet definitief klem laat zetten tussen CDA en SP op het werkgelegenheids-dossier. De PvdA zal luid en duidelijk moeten hameren op het feit dat de drie grote werkgeversorganisaties (VNO-NCW, MKB Nederland, LTO) wel stelselmatig versoepeling van het ontslagrecht eisen, maar daar geen enkele keiharde garantie voor meer wergelegenheid voor juist de economisch zwakkeren in de samenleving tegenover stellen. Al waar de organisaties mee komen is de “overtuiging” dat met de versoepeling 200.000 langdurig werklozen een baan zullen krijgen – maar alleen indien de helft van de loonkosten wordt opgehoest door de overheid, dus de belastingbetaler.

Dat ‘voorstel’ is niet alleen een sigaar uit eigen doos – of beter nog, ordinaire volksverlakkerij – maar op de keper beschouwd ook nog eens zeer zwak voor wie het bekijkt door de bril van een koopman. Een wetsverandering (die de versoepeling met zich meebrengt) is qua waarde immers niet te vergelijken met een vage toezegging. Een wet is immers nauwelijks terug te draaien zonder enorm veel chaos en extra kosten.

De PvdA dient dat ‘voorstel’ dan ook rigoreus af te wijzen en te eisen dat, indien het de werkgeversorganisaties ernst is, zij zwart op wit garanderen dat a) enige versoepeling van het ontslagrecht niet direct resulteert in massa-ontslagen onder (voornamelijk oudere) werknemers, en b) met evenzo harde garanties te komen voor wat betreft het aannemen van die 200.000 langdurig werklozen.

Uiteraard zullen de werkgeversorganisaties direct stellen dat zij zulke garanties niet kunnen geven, waarop het de PvdA vrij staat om openlijk te twijfelen aan het maatschappelijke nut van de organisaties en tevens wijzen op het enige instrument dat wel kan leiden tot garanties: wetgeving. Op deze manier krijgt de PvdA weer de kans om, zónder regeringspartner CDA openlijk af te vallen en die partij aldus te voorzien van een publieke casus belli jegens de PvdA, de regie op het werkgelegenheid-dossier weer in handen te krijgen.

Intussen zit de PvdA strategisch gezien ook niet helemaal stil en lijkt de partij het CDA een klein koekje van eigen deeg te geven, want of het nu voorbedachte rade is of niet: de PvdA heeft het zelf steeds vaker over ‘normen en waarden’, de naam van het stadion waar het CDA doorgaans thuiswedstrijden placht te spelen.