Categorieën
Analyses

Waarom een kernoorlog steeds waarschijnlijker wordt

Defcon

|Europa viert dat precies 20 jaar geleden de Fluwelen Revolutie startte, die een einde maakte aan de Koude Oorlog. Sinds die maand, oktober 1989, en de latere ontmanteling van de Sovjet-Unie denkt de wereld af te zijn van de allesvernietigende dreiging van een kernoorlog, wereldwijd of regionaal. Maar die dreiging is niet kleiner geworden. Integendeel, hij lijkt ieder jaar alleen maar groter te worden.

|Tijdens de Koude Oorlog was de angst voor een kernoorlog tussen Oost en West reëel, zo blijkt ook uit bijvoorbeeld dit overzicht van bunkers en schuilplaatsen in Amsterdam. Tegenwoordig is de Koude Oorlog voor de meeste mensen niet eens een herinnering meer. En toch is de nucleaire dreiging niet kleiner, maar juist groter geworden. Het aantal landen met kernwapens breidt uit. Hadden we tot 1991 te maken met een overzichtelijk areaal aan kernwapenlanden, sindsdien zijn er alleen maar landen bij gekomen. Het non-proliferatiebeleid heeft schromelijk gefaald.

Ga maar na: in 1991 bestond de lijst kernwapenmachten uit de VS, Rusland (post-USSR), China, Groot-Brittannië, Frankrijk en Israël (al heeft det laatste het nog nooit officieel toegegeven). Tegenwoordig is die lijst uitgebreid met Pakistan, India en – vooruit – Noord-Korea. Iran zal zich over niet al te lange tijd bij het illustere rijtje voegen. Dat laatste feit alleen al zal vermoedelijk weer leiden tot andere landen die een kernwapen willen.

En waarom niet? Kernwapens zijn aantrekkelijk genoeg. Het verschaft de bezittende landen een veelvoud aan politieke en diplomatieke macht. Neem Iran. Het buurland van Irak, dat tot twee keer toe door de Verenigde Staten militair gekleineerd werd. Iran heeft een wijze les geleerd van Noord-Korea. Dat land bewijst dat als je beschikt over kernwapens, de Verenigde Staten je ten eerste niet aanvallen, en je ten tweede iets hebt om mee te dreigen en misschien zelfs te krijgen wat je wilt. Je stijgt hoe dan ook in aanzien, zo is gebleken.

Hypocrisie
Daarnaast is de manier waarop de VS en de rest van het Westen omgaan met nieuwe kernmachten nogal vreemd. De bestaande kernmachten, de VS, Groot-Brittannië en Frankrijk voorop, willen niet dat andere landen kernwapens ontwikkelen – behalve als het om kennelijk bevriende naties gaat, zoals India en Pakistan. Beide landen zijn door de Amerikaanse regering verwelkomd bij de ‘nucleaire club’. Vanuit Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland en China kwam ook weinig kritiek.

Maar zodra een soeverein land als Iran dreigt een kernwapen te ontwikkelen, is het hek van de dam. Op zich opmerkelijk, want een land als de VS laat zich altijd voorstaan op zijn eigen soevereiniteit, en weigert daarom nog steeds verdragen als het verbod op landmijnen te tekenen, omdat zo’n verdrag vereist dat wapeninspecteurs worden toegelaten. Ja, Iran dreigt Israël van de kaart te vegen, maar Israeliërs op hun beurt dreigen dat weer met Iran te doen indien nodig, en de vernietigingsretoriek tussen de VS en de toenmalige USSR was ook niet mals.

Intussen, terwijl al die discussies over Iran, Noord-Korea en kernwapens spelen, zou je bijna vergeten dat de kans op een kernoorlog toegenomen is. Dat komt vooral door de toename van het aantal landen dat over kernwapens beschikt. Daarbij ligt een ongeluk met vérstrekkende gevolgen in een klein hoekje.

Escalatie
Het is de grootste angst van militaire planners: een kernwapen dat wordt gestolen van een mogendheid, en vervolgens ingezet tegen een Amerikaans, Russisch of Chinees doel. Hoe zal de regering van het getroffen land reageren als een grote stad of belangrijke militaire basis verdampt in een paddenstoelwolk? Dat het niet denkbeeldig is blijkt uit bijvoorbeeld ‘war games’, oorlogs- en situatiesimulaties, georganiseerd door de Amerikaanse strijdkrachten en consultants. In die simulaties speelt een gestolen kernwapen een steeds prominentere rol; niet voor niets wordt vaak gewaarschuwd voor organisaties als Al-Qaeda die misschien ooit de hand weten te leggen op een kernbom.

En hoe zal gereageerd worden op een oorlog tussen Pakistan en India die escaleert in een kernoorlog – geen denkbeeldig scenario, aangezien beide landen kernwapens ontwikkelden om elkaar te kunnen dreigen met ‘mutually assured destruction’? Wat nu als één of twee kernkoppen per ongeluk exploderen boven een Chinese stad? Hoe zal China dan reageren? En blijft zo’n kernoorlog dan beperkt tot de Aziatische regio, of volgt in de chaos een kettingreactie die andere landen meetrekt?

Dan is er ook nog de gevreesde Israëlische ‘Samson Optie‘. Dit is het meest duistere scenario voor Israël, het Midden-Oosten en Zuid-Europa dat volgens goed ingevoerden echt bestaat. Het houdt in dat Israël, na een alles-vernietigende aanval door anderen, letterlijk wild om zich heen slaat in een poging de hele wereld mee te trekken in de ondergang. “Als wij wéér naar de ovens moeten, dan nemen we dit keer de hele wereld met ons mee”, is een uitspraak die zou zijn opgetekend uit de mond van een Israëlische generaal. De ‘Samson Optie’ zou inhouden dat Israëlische bommenwerpers niet alleen steden in het Midden-Oosten platgooien met kernbommen, maar ook steden in Zuid-Europa en Rusland, in de hoop een wereldwijde kernoorlog uit te lokken.

Israël beschikt tegenwoordig ook over omgebouwde onderzeeërs met kernwapens aan boord. Dit vergroot alleen maar de kans op de ‘Samson Optie’; zelfs als een vijand erin slaagt de kernwapens op het Israëlische vasteland uit te schakelen, dan nog kan Israël terugslaan met op de onderzeeërs gestationeerde kernraketten. India heeft zich overigens ook het potentiëel van deze zogenaamde ‘strategische optie’ ingezien: de eerste strategische kernonderzeeër is onlangs in gebruik genomen. Binnenkort volgen de eerste testen met kernraketten voor de lange afstand, met goedkeuring overigens van de Amerikaanse regering.

Dan Noord-Korea. Het kernwapenprogramma van dat land is enigszins lachwekkend omdat het erop lijkt dat het tot nu toe alleen nog ‘sissers’ weet te maken; bommen die eigenlijk te boek staan als ‘vieze bommen’. Dat zijn kernbommen die qua niveau vergelijkbaar zijn met de eerste kernbommen die uit het Amerikaanse  Trinity atoomwapenprogramma van de Tweede Wereldoorlog kwamen, de testbommen die nog vóór Fat Boy (Hiroshima) en Little Boy (Nagasaki) kwamen. Ze hebben relatief weinig explosieve kracht, maar kunnen wel veel fatale radioactieve straling verspreiden over een relatief groot oppervlak. De kans bestaat dat het volledig gestoorde Noord-Koreaanse regime één of twee van zulke bommen op Zuid-Korea of Japan gooit ten tijde van een oorlog. Hoe de Amerikanen zullen reageren op kernaanval op hun troepen in Zuid-Korea of Japan is de vraag, maar het is zeer wel mogelijk dat binnen dertig minuten een paddenstoelwolk opstijgt boven PyongYang. Hoe China dáár weer op reageert, is moeilijk te zeggen in zo’n situatie.

Ongelukken
Maar ook een simpel ongeluk kan leiden tot grote problemen, en zelfs een kernoorlog. Onlangs drongen specialisten van het Amerikaanse ministerie van Defensie bij de Pakistaanse regering aan op het installeren en verbeteren van zogenaamde ‘failsafe systems’, systemen waarmee een niet gewenste nucleaire lancering of explosie kan worden voorkomen. Dat was niet voor niets. De Amerikanen zijn extra huiverig met betrekking tot Pakistan vanwege de instabiliteit van het land en de dreiging van de Taliban en Al-Qaeda in dat land. De Amerikanen willen dat Pakistan stappen onderneemt om te voorkomen dat zulke wapens ooit in de handen van terroristische organisaties vallen, of dat een boze generaal in zijn eentje besluit een kernwapen op een doel in India te gooien.

Het hoeft niet eens te komen van nieuwe kernmogendheden. Nog niet zo lang geleden lanceerde de Noorse marine een testraket. De Russische regering was geïnformeerd maar de waarschuwing was kennelijk niet aan iedereen doorgezonden. Onder andere niet aan het strategische opperbevel in de meest noordelijke regio, de Kola Pensinsula die grenst aan Scandinavië. Doordat enkele Russische radarsystemen slecht functioneerden, zagen Russische onderofficieren opeens een strategische raket vanuit het niets opduiken op slechts enkele schermen, waardoor het lastig in te schatten was om wat voor raket het ging, en vooral welke koers de raket zou gaan volgen.

Er werd groot alarm gegeven en volgens sommige berichten werden de strategische raketstrijdkrachten in verhoogde staat van paraatheid gebracht. Gelukkig schrok iemand in Moskou, en snel werd de informatie over de Noorse testlancering en de koersgegevens van de raket aan de juiste militaire personen doorgegeven. In de NAVO-landen werd met enige nervositeit gekeken naar de overdreven Russische reactie en het gemak waarmee de raketstrijdkrachten in paraatheid werden gebracht op basis van zulke gebrekkige informatie. De conclusie: de Russische waarschuwingssystemen zijn ernstig verouderd en kunnen daardoor de militairen een verkeerd beeld schetsen.

Uiteindelijk neemt naast al het bovenstaande de kans op een kernoorlog ook toe omdat er eenvoudig steeds meer kernmachten bijkomen. Wiskundige modellen uit de waarschijnlijkheidsleer, zoals de speltheorie, leren dat hoe meer spelers er zijn, hoe groter de kans wordt dat het ergens een keer mis gaat.

En dan zou het nog wel eens slecht uit kunnen komen dat al die bunkers en schuilkelders na 1991 opgeheven zijn.

Één reactie op “Waarom een kernoorlog steeds waarschijnlijker wordt”

Was net egstopt met roken, maar ga maar weer beginnen dan. Het geeft toch allemaal weinig nut.

Reacties zijn gesloten.