Categorieën
Analyses Politieke Communicatie

Hoe Rutte en Hoekstra zichzelf in een hoek schilderden

Toen Nederland in 2005 een referendum organiseerde over wat in de volksmond de ‘Europese grondwet’ ging heten, waren voorheen eurokritische bestuurders als premier Jan-Peter Balkenende en zijn minister van Financiën Gerrit Zalm ineens hartstikke pro-EU. Nadat ze jaren lang mopperden dat de Europese Unie meer kostte dan opleverde – steeds herhaalden zij dat Nederland een nettobetaler was, en dat dat best minder kon – gingen zij in de campagne de boer op voor een onomwonden Ja-stem.

En dat campagne voeren deden zij ook nog eens als een boer met kiespijn. De weerzin, het ‘tegen heug en meug’ straalde ervan af. Daarmee was hun positie logischerwijs behoorlijk ongeloofwaardig geworden in de ogen van kiezers, die immers jarenlang geconditioneerd waren met eurokritische gedachten. Mede als gevolg daarvan stemde een ruime meerderheid, 61,5%, tegen. De uitslag werd in Europa ervaren als een schok.

Hetzelfde gebeurde in Groot-Brittannië. Liet de toenmalige premier David Cameron eerst geen mogelijkheid onbenut om de EU retorisch te geselen, toen de campagne voor het Brexit-referendum begon smeekte hij de Britse kiezer bijkans om toch voor Blijven te stemmen. De uitkomst is bekend.

In uit Amerika overgevlogen communicatiejargon heet dit fenomeen dat je jezelf ‘in een hoek geschilderd hebt’: je hebt zo duidelijk een positie ingenomen dat je jezelf klem hebt gezet. VVD-leider Mark Rutte en CDA-kroonprins Wopke Hoekstra hebben nu hetzelfde gedaan in de Europese discussie over het delen van schuldenlasten. In veel hoofdsteden zetten zij de afgelopen weken kwaad bloed met hun onverzettelijkheid tegen ‘Coronabonds’ of ‘Eurobonds’: even kort door de bocht de creatie van één soort, pan-Europese staatsobligaties waarin Nederlands en Duits schuldpapier versmelt met dat van onder andere Spanje, Italië en Griekenland. Drie landen met een hoge staatsschuld.

Dat landen als Duitsland, Finland en Oostenrijk – die ook tegen dat idee zijn – het prima vinden dat Rutte en Hoekstra de kolen uit het vuur halen, doet nu even niet ter zake. Het probleem is dat politiek korte termijn-denken maakt dat Rutte en Hoekstra zichzelf nu zo klemgezet hebben dat zij niet meer zonder electorale kleerscheuren van mening kunnen veranderen.

Het is niet alsof de collega-lidstaten niets gedaan hebben om het makkelijker te maken voor Rutte en Hoekstra om toch geloofwaardig een draai te maken. Om tóch in te kunnen stemmen met een variatie op Eurobonds zonder dat hun achterban boos wordt. Zo werd de retorische truc bedacht om niet meer te spreken over ‘obligaties’, maar over ‘innovatieve financiële instrumenten’.

Eurofudge
Dit noemt men in Brusselse kringen ook wel een ‘eurofudge’: je bedenkt een (nieuwe) definitie voor iets dat al bestaat die zo vaag is en waar je dus zo veel kanten mee uit kunt, dat de politici het – eenmaal weer thuis – naar zichzelf toe kunnen redeneren. En het compromis dus ook in het meest positieve licht kunnen uitleggen aan de kiezer. Met andere woorden: je bent in werkelijkheid dus wel degelijk door de pomp gegaan, maar voor de eigen kiezers is er door de vage definiëring ruimte genoeg om het zo te framen dat het lijkt alsof jij het pleit gewonnen hebt.

Een ongeschreven wet is dan dat als bestuurder X het compromis in eigen land het op die manier naar zich toe redeneert om draagvlak te creëren, bestuurder Y in het andere land niet bestuurder X gaat afvallen door hem publiek te corrigeren.

Dat de politieke strijd tussen Italië en Nederland over het gezamenlijk delen van schuldenlasten echt abnormaal hoog is opgelopen, blijkt wel uit het feit dat zowel de Italiaanse als Nederlandse hoofdrolspelers zich niet aan die beleefdheid houden.

De Italiaanse premier Conte roept zo hard als hij kan in binnen- en buitenland dat eurobonds wel degelijk nog op tafel liggen en, sterker, dat die er gewoon gaan komen, linksom of rechtsom. Daarmee ondergraaft hij de framing van Hoekstra en Rutte. Zij weerspreken dat ten stelligste en blijven het tegenover het eigen kiezersvolk framen als zouden eurobonds van tafel zijn, basta.

Dat belooft wat voor aanstaande donderdag, wanneer de regeringsleiders weer per videocall knopen moeten gaan doorhakken over de compromissen die de ministers van Financiën onlangs zeer moeizaam bereikten.