Categorieën
Analyses Voorpagina

De hoop achter Brexit

Groot-Brittannië is uit de EU; Brexit is een feit. Naast het verdriet van zij die liever hadden gezien dat het land bleef, is er opluchting, hoop en optimisme onder dat deel van het Britse volk dat Brexit steunt. Maar waarom steunen zij het eigenlijk, en waarom loopt Boris Johnson het risico op een enorme backlash?

Onderzoekers, journalisten, politici, commentatoren, iedereen brak zich in 2016 het hoofd over de vraag waarom eenvoudige Engelsen zo vóór een Brexit waren. “Xenofobie!”, riep de één. “Het herstellen van de nationale soevereiniteit!”, riep de ander. “Het stoppen van het vrije verkeer van mensen!”, meende iemand anders. “We sturen dan minder geld naar Brussel en houden zo meer voor onszelf over!”, hoopten weer anderen.

Het is allemaal ten dele waar. Dankzij de vele kiezersonderzoeken en focusgroepen weten we dat al die argumenten een rol gespeeld hebben. Toch wordt het argument over Oost-Europeanen door wetenschappers, bepaalde politici en bestuurders vaak afgedaan als onterecht. Want, zo kunnen zij met enige onderbouwing claimen: harde cijfers wijzen uit dat goedkope arbeid uit Oost-Europese landen bij heeft gedragen aan de economische groei van het Britse koninkrijk.

Oost-Europese EU-onderdanen maken weinig gebruik van sociale voorzieningen, blijkt ook, dus het kost de Britse belastingbetaler weinig. Het vrije verkeer van arbeid levert onderaan de streep meer op. Toch maakt dat argument geen indruk op de pro-Brexit-stemmers. Waar zit hem dan het probleem? Als dat probleem geïdentificeerd kan worden, kan die analyse dan geëxtrapoleerd worden naar andere gebieden in Europa? Ik denk van wel.

Ik neem u mee naar Shirebrook, een Engels stadje van 10.000 inwoners in de gemeenschap Bolsover, zo’n kleine 1100 kilometer noordelijk van Londen. Een stadje dat in het Brexit-referendum met overweldigende meerderheid voor Leave stemde. Men stemde er sinds mensenheugenis Labour, maar bij de laatste verkiezingen wonnen de Conservatieven.

De ‘The Daily’-podcast van The New York Times nam het stadje als voorbeeld van een gemeenschap die vóór Brexit stemde. Daar stuitte de correspondent van de Amerikaanse krant zeer mogelijk op wat veel Britten écht scheelt, wat zij het échte probleem vinden – en wat in hun ogen misschien de oplossing is.

Het probleem
Shirebrook ligt op en rond een oude kolenmijn. Het is het bekende verhaal van noordelijk Engeland.

Tot in het midden van de jaren ’80 van de vorige eeuw verdienden lokale bewoners een goed belegde boterham met het naar boven halen van zwarte kolen. Totdat kolenverbrandende industrieën hun kolen tegen lagere prijzen elders gingen halen en de Conservatieve premier Margaret Thatcher met harde hand de mijnen dicht gooide.

Sindsdien zijn plaatsen als Shirebrook achteruit gegaan en is de situatie nooit verbeterd, zo menen de inwoners zelf. Leegloop, armoede, leven van uitkeringen of werken in andere, nieuwe bedrijvigheid tegen lagere lonen dan hun vaders en grootvaders.

In Shirebrook staat een distributiecentrum van een sportkledingbedrijf. Het staat ironisch genoeg vrijwel óp de put van de oude kolenmijn. In dat distributiecentrum zou de lokale bevolking vervangende banen vinden voor het weggevallen mijnenwerk.

S0 far, so good, zou je denken: het ene bedrijf gaat dicht, het andere bedrijf gaat open en de mensen gaan gewoon daar aan het werk. Niks aan het handje.

Toch wel. Want er is één groot probleem waarbij niet stilgestaan werd, zeggen de inwoners van Shirebrook, en zelfs de mensen die in het distributiecentrum werken: het werk betaalt te weinig.

Dus ja: er zijn banen gekomen, maar zij leveren minder op dan de lonen van vader en grootvader. Dit terwijl de kosten van levensonderhoud de afgelopen decennia alleen maar gestegen zijn.

De mensen in Shirebrook die er wel werken zijn daarnaast zó afhankelijk van het karige inkomen dat ze doodsbang zijn hun baantje te verliezen. Zo verhaalt The Daily over een hoogzwangere medewerkster die bevalt op een toilet in het distributiecentrum. Ze laat de baby vervolgens daar liggen om weer aan het werk te gaan. Uit angst dat als ze langer weg blijft, zij haar baan kwijtraakt.

Er worden ook medewerkers geïnterviewd die heel goed begrijpen waarom Shirebrookers niet in het centrum willen werken: omdat de lonen er te laag zijn. Je hebt er gewoon niks aan, is de algemene teneur; veel uren werken en aan het einde van de maand houd je nog steeds te weinig over om de rekeningen te kunnen betalen.

En ja, de geïnterviewden snappen wel waarom Oost-Europeanen wel dolgraag werken in het distributiecentrum. Zij hebben lage kosten en ze blijven toch maar tijdelijk. Zij kunnen sparen door verblijfskosten met elkaar te delen in erbarmelijke leefomstandigheden en dan weer terug te gaan naar Roemenië, Slowakije of Bulgarije.

“They’re taking our jobs”? Nee: “they’re depressing our wages!”
De geïnterviewden die voor Brexit stemden zijn dus niet per sé tegen deze Oost-Europeanen om wie zij zijn, maar tegen wat hun beschikbaarheid veroorzaakt in de hersenen van werkgevers: de mogelijkheid om lage lonen te betalen.

Dus de logica van Brexit als oplossing is volgens deze mensen als volgt.

Als het zo is dat de aanwezigheid van mensen die bereid zijn tegen lage lonen te werken ervoor zorgt dat werkgevers de lonen ook daadwerkelijk verlagen, dan zal een einde aan die aanwezigheid de werkgevers dwingen om weer te kijken naar ons, de aanwezige arbeiders – en ons dus ook weer hogere lonen te betalen.

Het is vergelijkbaar met de redeneertrant die je wel eens hoort over drugsverslaafden: als je hen die drugs onthoudt, dan kicken ze vanzelf af en hebben ze het niet meer nodig. De werkgevers als lagelonenjunkies.

In Nederland heb je dezelfde verslaving onder werkgevers die liever geen mensen in loondienst nemen – want dat is duur door alle premies waar je aan mee moet betalen – en liever werken met freelancers of ZZP’ers. Het is dezelfde, verkeerde prikkel. Als een goedkoper alternatief voor handen is, dan zullen mensen doorgaans liever voor dat alternatief gaan.

Daarom hebben mensen in Shirebrook hun hoop gevestigd op Brexit. Dat daardoor het reservoir aan lonendrukkende arbeid in één keer leegloopt en werkgevers weer mensen uit de omgeving gaan aantrekken, tegen normale lonen. Van de overheid verwachten ze weinig; die heeft blijkbaar sinds de sluiting van de kolenmijnen niet gezorgd voor vervangende arbeid met goed loon.

Het is de vraag of de logica gaat werken. Want, om nog eens bij de analogie met de junk te blijven: iedereen die met verslaafden heeft gewerkt weet dat de kans heel groot is dat wanneer je hen zomaar, patsboem, hun drugs onthoudt, zij elders hun heil gaan zoeken. Er is altijd wel ergens een dealer te vinden die hen wil voorzien van hun spul.

Voor de Shirebrookers is het te hopen dat hun gok het gewilde resultaat oplevert. Voor Boris Johnson en de zijnen ook. Want stel dat de Brexit niet de oplossing levert die mensen hopen en de lagelonenjunk simpelweg vertrekt naar een andere regio waar zijn drugs wel ruim voorradig zijn, dan zou het zomaar kunnen dat heel wat Leave-voters heel erg boos worden.

De komende maanden houd ik Shirebrook in de gaten en ik hoop dat The Daily dat ook doet. Blijft het distributiecentrum? En zo ja, gaat het daadwerkelijk Shirebrookers in dienst nemen tegen hogere lonen? Of vertrekt het? Laat het sorteer-robots aanrukken zoals nu al overal gebeurt?

We gaan het zien.